Home Nieuws Methode Een Taal Erbij

Methode Een Taal Erbij

Aan de Systeem Academie kun je cursussen volgen voor de methode Een Taal Erbij.

Wat is er zo bijzonder aan de methode Een Taal Erbij? Een Taal Erbij is een toevoeging op gesproken taal. Het maakt de innerlijk beleefde werkelijkheid visueel, bewust en bespreekbaar.

Door met poppetjes en ander materiaal te werken worden de relaties zichtbaar. Daarmee ontstaan er nieuwe bronnen voor groei en ontwikkeling.

Een Taal Erbij is een methode die kan worden ingezet bij verschillende gesprekspartners en doelgroepen. Het wordt gebruikt in gesprek met kinderen, echtparen, gezinnen, supervisie en (team)coaching.

Aan de Systeem Academie kun je cursussen volgen voor de methode

De Systeem Academie en Een Taal Erbij

Een Taal Erbij werd door systeemtherapeute Marleen Diekmann (1949-2007) bedacht. Ze combineerde haar persoonlijke therapiestijl met een affiniteit voor het contextuele gedachtegoed van de Hongaars-Amerikaanse psychiater en gezinstherapeut Ivan Boszormenyi-Nagy (1920-2007).

Zowel in Nederland en België, als in de context van ramp- en conflictgebieden, groeide de non-verbale techniek uit tot een eigen taal naast onze gesproken taal. Samen met haar collega’s Els Ydo en Ady van Doornik leidde Marleen in de afgelopen decennia veel hulpverleners op in het werken met Een Taal Erbij. Tot aan haar overlijden in 2007.

Vanaf 2007 hebben Els Ydo en Ady van Doornik het gezamenlijk bedrijf voortgezet, en samen met Petra Kruijdenberg, Tessel Zwart (de dochter van Els) en Anouk Diekmann (de jongste dochter van Marleen) de methodiek verder ontwikkeld en uitgebouwd. In 2019 is de Kontekst opgesplitst. Nu hebben Petra en Tessel in 2020 de Systeem Academie opgericht om in samenwerking met Els de toekomst en kwaliteit van scholing in de originele methode Een Taal Erbij te waarborgen.

Wat is de methode Een Taal Erbij?

Een Taal Erbij is een aanvullend instrument in de gespreksvoering, waarbij gewerkt wordt met Duplo poppetjes en ander materiaal. De Taal wordt gesproken met Duplo poppetjes die de verschillende generaties verbeelden en Duplo poppetjes voor de tieners. De Duplo poppetjes zijn er in allerlei soorten, maten en culturen, van baby tot grootouders. Ze kunnen staan en zitten, hun benen en armen kunnen worden bewogen.

De cliënt zelf, en belangrijke anderen in zijn of haar verhaal, wordt uitgebeeld met twee of soms meer poppetjes: in ieder geval een volwassen deel (groot poppetje; de grote of coördinator) en een geschiedenis of kind deel (klein poppetje; het kleintje). Een tweede kleintje, op een wit vlakje, wordt gebruikt om de coping (de aanpassing, harde werker, het geparentificeerde kind) uit te beelden.

Daarnaast worden ook andere materialen gebruikt. Gekleurde vilten vierkantjes om bronnen, processen en geheimen weer te geven. Maar ook om agressie, problemen, traumatische gebeurtenissen of grote zorgtaken in het gezin te symboliseren. Er zijn verhogingen van blokjes waarmee iemand ‘groot’ gemaakt kan worden of zijn/ haar rol benadrukt wordt. En toverstokjes om grenzen en scheidingen aan te geven.

Achtergrond Een Taal Erbij Methode

De grammatica, de poppetjes en materialen op tafel, vertegenwoordigt de innerlijke en externe realiteit van de cliënt. En het helpt een gevoelde werkelijkheid neer te zetten. Hulpverlener en cliënt kijken en puzzelen samen. Door de geschiedenis of het kleine kind op tafel te zetten, krijg je verbinding tussen het heden en het verleden. Je komt in de intergenerationele relaties begrippen tegen als loyaliteiten, destructief recht en erkenning.

De belangrijkste theoretische stromingen die ten grondslag liggen aan Een Taal Erbij zijn de systemische, contextuele en de psychodynamische theorieën. De invloed van deze stromingen zie en hoor je terug in de manier waarop met het materiaal gewerkt wordt, en wat daarbij gezegd en gevraagd kan worden.

In de Basiscursus Een Taal Erbij is veel ruimte om de materialen, de ‘grammatica’ van deze taal en de achterliggende gedachte daarbij te leren kennen. Dan wordt de kracht van de beelden zichtbaar en vooral ook voelbaar.

Direct aan de slag met Een Taal Erbij cursus.

Hoe werkt de methode Een Taal Erbij?

Het idee in het contextuele denken, is dat onze pijn en vreugde samenhangen met banden en loyaliteiten die van generatie op generatie onze relaties, en vooral de relatie met onszelf bepalen (Diekmann).

Met de Duplo poppetjes kun je vanuit het verleden kijken naar het heden en andersom. Situaties uit het verleden kun je in één beeld koppelen aan het heden. Het uitbeelden van de relaties, de schades en de schatten en hoe die ons in het hier en nu bepalen, is een extra taal geworden: Een Taal Erbij.

Een Taal Erbij structureert de vaak verwarrende werkelijkheid van de cliënt en werkt daarmee ook ordenend voor de therapeut.

Een werkzame factor van de methode Een Taal Erbij is het effect van het zien en aanraken van het materiaal tegelijk. Een essentieel kenmerk is de mogelijkheid het intrapsychische (de volwassene of coördinator en diens geschiedenis) en de relationele werkelijkheden parallel te beleven. Hierdoor worden nieuwe verbanden gelegd en nieuwe mogelijkheden gezien en gevoeld.

De innerlijke dialoog en de relaties met belangrijke anderen staan tegelijk op tafel. Die zichtbare innerlijke dialoog en het samenvallen van weten en voelen, maakt de methode Een Taal Erbij tot hefboom in het therapeutisch proces. Met de Taal kan door de therapeut op een andere manier erkenning worden gegeven.

Interne en externe werkelijkheid

De methode Een Taal Erbij nodigt zowel de professional als de cliënt uit om op een creatieve manier de (eigen) interne en externe werkelijkheid vorm te geven. Door samen met het beeld te spelen ontstaat bij voldoende vertrouwensbasis ruimte voor nieuwe betekenisgeving, verandering en verbinding.

Bij gesprekken met meerdere cliënten kan besproken worden volgens welke interactiepatronen het beeld op dat moment tot stand is gekomen. Partners in relatietherapie willen bijvoorbeeld wel eens ‘aan de poppetjes van de ander zitten’, omdat het beeld niet overeenkomt met de eigen beleving. Het letterlijk ruimte maken voor meerdere belevingen kan een geruststellend effect hebben.

Het is dan belangrijk dat beide opstellingen blijven staan als symbool voor het feit dat anders denken/verschillen niet bedreigend hoeft te zijn en dat het denken van de ander waarschijnlijk niet zal veranderen. Paradoxaal genoeg wordt juist daardoor de persoonlijke beleving vaak anders.

Schrijf je hier in voor een cursus.

Een aantal werkzame factoren en voordelen van Een Taal Erbij

De impact van het gebruik van ‘de poppetjes’ is in gesprekken, therapie en  supervisie vaak direct merkbaar en voelbaar. Dat de methode Een Taal Erbij in getrainde handen zo goed werkt, hangt samen met een aantal factoren:

Uitnodigend: Het zien van de werkelijkheid in gekleurde, zich verplaatsende poppetjes, vierkantjes en symbolen nodigt gesprekspartners uit tot beweging, nieuwsgierigheid en speelsheid.

Binnen- en buitenwereld samen: de methode Een Taal Erbij biedt de mogelijkheid het intrapsychische (de volwassene of coördinator en diens geschiedenis) en het interrelationele (relaties, de belangrijke anderen en diens geschiedenissen) parallel te beleven. Hierdoor worden nieuwe verbanden gelegd en nieuwe mogelijkheden gezien en gevoeld. Je komt relatief snel tot de kern terwijl het gesprek juist vertraagd. Dat ‘alles op tafel blijft staan’ zolang de cliënt dat wil, geeft vaak een gevoel van rust.

Regie en Afstand: Samen op afstand kijken naar en puzzelen over de situatie met de poppetjes werkt ordenend, en geeft de cliënt zichtbaar en tastbaar de regie. Zeker bij cliënten met een trauma biedt deze afstand, het externaliseren, de ruimte om de schade te zien en te voelen zonder de controle te verliezen. Als de vertrouwensbasis voldoende is kunnen de beelden met goede timing ‘het leed samen te overzien’ maken. Overzicht over leed – en ook over lief – helpt om uit de wanhoop, verlamming en onmacht te komen (Diekmann, 2001). Het visualiseren kan de ontspanning in het hier en nu bewerkstelligen waardoor betere informatieverwerking mogelijk is.

Het hart naast het hoofd: Het beeld spreekt ons aan met andere zintuigen en maakt emoties die niet kunnen worden uitgesproken zichtbaar. Het effect van het zien en aanraken van het materiaal speelt een belangrijke rol. De hulpverlener kan helpen het gevoel woorden te geven of helder krijgen wat de betekenis van het neerzetten is. Weten en voelen vallen samen, je leert niet alleen met het hoofd (cognitief), maar juist met het hart (emotioneel). Er ontstaat een kloppend (en soms complexer) persoonlijk verhaal van waaruit verder gekeken kan worden.

Verandering: Bij het werken met gehechtheid, angst voor nabijheid en afstand, kan elk gecreëerd beeld een reeks van meervoudige betekenissen genereren en dusdanig ingrijpend zijn dat een tweede-ordeverandering bij het stel of gezin gefaciliteerd wordt (Govaerts,  2015). Een verandering van de eerste-orde komt erop neer dat inzicht ontstaat in de destructieve interactiespiraal. Veranderingen van de tweede-orde betekenen een wezenlijke verschuiving in de wijze waarop omgegaan wordt met angst voor nabijheid en afstand. Dit kan ook opgaan voor andere thema’s in relaties.

Een gelijkwaardige relatie: de methode Een Taal Erbij bewaakt de gelijkwaardigheid van de relatie tussen cliënt en hulpverlener. Samen zoeken naar opstellingen die de interne en externe werkelijkheid van de cliënt zo exact mogelijk weergeven voorkomt ‘eenrichtingsverkeer’.

Verheldering en verbeelding van (tegen)overdracht Als dat functioneel is kan overdracht of tegenoverdracht direct zichtbaar en bespreekbaar gemaakt worden. Als de man van een stel zich bijvoorbeeld belaagd voelt door de therapeut en zijn vrouw, kan de therapeut hem uitnodigen om een poppetje voor de therapeut te plaatsen in het beeld met hemzelf en zijn vrouw. Ze kunnen rustig overleggen wat er te zien valt en wat dat betekent voor de samenwerking. Hoe het voor de therapeut werkt, of haar meerzijdige partijdigheid in het geding zou kunnen zijn, kan ze buiten het gesprek bedenken of tijden een supervisie bespreken.

Non-verbaal: Het gebruik maken van beelden is erg geschikt voor individuen, koppels en gezinnen die minder verbaal zijn ingesteld. Daarnaast is de methode Een Taal Erbij waardevol voor zeer verbale individuen, koppels en gezinnen waar veel praten de functie heeft van verhullen of coping. Het stilstaande beeld geeft vanzelf rust en overzicht.

Ruimte voor andermans beleving: de belevingen van verschillende leden van het gezin kunnen naast elkaar staan. Het letterlijk ruimte op tafel maken voor meerdere belevingen kan een geruststellend effect hebben. Het draagt bij tot erkenning van en respect voor die belevingen.

Taal- en cultuurbarrières: In de praktijk is gebleken dat Een Taal Erbij zeer behulpzaam kan zijn bij het verminderen van taal- en cultuurbarrières. Je corrigeert aannames gemakkelijk. En de extra taal vergemakkelijkt het maken van contact.

Laagdrempelig: De methode past van origine bij een systemische en contextueel gekleurde stijl, maar is door de laagdrempeligheid breed inzetbaar.

Bekijk het cursusaanbod voor de methode Een Taal Erbij

Systemisch en contextueel: relaties en loyaliteit met de methode Een Taal Erbij

In supervisie of leertherapie vanuit verschillende therapiestromingen gaat het over de persoon van de therapeut en daarmee vaak over het innerlijk gesprek van de therapeut (Rober). Belangrijke gezinstherapeuten als Andolfi en Whitaker zien de beleving van de therapeut als bron voor creatieve interventies.

Het innerlijk gesprek van de therapeut (Peter Rober) is een belangrijk onderwerp in verschillende therapiestromingen. In de psychoanalyse gaat het dan over gevoelens van tegenoverdracht. In de systeemtherapie noemen we het een parallel proces van de therapeut(en) en de cliënt(en) – de Therapeutic Use of Self – en in de EFT zouden we zeggen dat de dynamiek van het gezin of het stel in de kamer de therapeut meeneemt.

De methode Een Taal Erbij kan hier heel goed kan worden ingezet, bijvoorbeeld in supervisie of leertherapie, maar ook bij casuïstiekbespreking en intervisie.

Met de poppetjes en het materiaal maak je feitelijke omstandigheden, de psychologie (persoonlijke beleving) en zoals hierboven de onderlinge relaties zichtbaar. Deze drie dimensies vormen onmiskenbare onderdelen van het mens zijn, en zijn een factor bij het ontstaan en in stand houden van problemen. Maar de relationele ethiek, het hart van de contextuele benadering, belicht vooral het belang van verbondenheid en verantwoordelijkheid.

Je kunt loyaliteiten binnen en tussen de generaties zichtbaar maken en laten bestaan met de poppetjes. Als je het kleine poppetje van de vader of moeder neerzet, maak je die loyaliteit zichtbaar en krijgt de cliënt de ruimte de volle omvang te onderzoeken van de rol die vader of moeder in zijn/haar leven speelt. Erkenning geven aan onzichtbare loyaliteit is belangrijk. Door bijvoorbeeld een vader die uit beeld is, hij komt niet voor in het verhaal, op tafel te zetten met een poppetje.

Belangrijke personen op tafel visualiseren automatisch de meerzijdige partijdigheid. Zo zorgt de therapeut ook voor de belangrijke mensen in het leven van zijn of haar cliënt.

Leer meer tijdens de specialistische cursus in de methode Een Taal Erbij

De methode Een Taal Erbij: Duplo poppetjes in de praktijk

Een therapeut: ‘Er is ruimte voor humor en speelsheid, terwijl tegelijk de vaak pijnlijke werkelijkheid toch op tafel staat. Samen proberen we het leed te overzien. Ik kan een cliënt vragen of hij zich door zijn partner gedomineerd voelt. Ik kan ook een reuzen poppetje neerzetten en een klein poppetje voor de partner en vragen of hij zich zo voelt in de relatie.’

Een behandelaar: ‘Of het volwassen deel van de man staat op een kopje en de vrouw onder het kopje. De vraag ‘voelt het zo?’ is een andere dan de vraag: ‘voel je je niet gezien? Dit alles doe je samen met de cliënt, die je kan corrigeren tot het beeld klopt.’

Inmiddels werken velen in de hulpverlening met poppetjes. Zoals in de jeugdhulpverlening, het maatschappelijke werk, vrijgevestigde praktijken en binnen therapeutische behandeltrajecten in de GGZ. De cliënten, hulpverleners en hun verhalen spelen een rol in het ontstaan van nieuwe toepassingen in de methode Een Taal Erbij. De toegevoegde waarde van de beelden is snel zichtbaar en voelbaar.

Zoals onze trainer Petra Kruijdenberg het omschrijft: ’Als de poppetjes op tafel komen gebeurt er iets, je moet wel kijken naar het beeld op tafel want het verhaal gaat ook over jou, over ons, over familie, de pijn, het geluk, de aanpassing en de overleving.

Het gaat over je vader, je moeder, over het leven en afscheid van het leven, over trauma’s en verwerkingsprocessen. Over intergenerationele overdrachten, de schades en de schatten. Alles kan op tafel komen, ook de geheimen. En het confronteert en doet soms pijn, dan is er ruimte voor erkenning, soms na jaren! En bij de evaluatie zegt de cliënt: ‘Jullie hebben me goed geholpen maar die sessie met de poppetjes zal ik nooit vergeten.’

Met de methode Een Taal Erbij werk je niet anders dan tot nu toe. Maar je leert je handen te doen wat je intuïtie zegt, en ze te laten neerzetten wat je gesprekspartner of cliënt probeert te zeggen. Dit gaat met respect en omzichtigheid, en is juist de kracht van het visualiseren.

Door de ontstaansgeschiedenis weten we dat Een Taal Erbij meerwaarde heeft in het werken met getraumatiseerde cliënten. Je gebruikt niet alleen woorden, er is ruimte voor speelsheid, beweging. Tegelijkertijd staat de vaak pijnlijke werkelijkheid toch op tafel. Een Taal Erbij biedt structuur en veiligheid, zowel voor de hulpverlener als voor de cliënt.

Vergroot je werkplezier met de methode Een Taal Erbij

Boek nu een cursus aan de Systeem Academie.

Bronnen Methode Een Taal Erbij

  • Fragment uit: Weerman, A. (2006). Zes psychologische stromingen en één cliënt. Theorie en toepassing voor de praktijk van SPH en MWD. Soest: Uitgeverij Nelissen. (met korte introductie/toelichting).
  • Diekmann-Schoemaker, M. (2001). Het leed overzien: Duplopoppetjes als hulpmiddel in traumatherapie. Phaxx, 9 (4), 5-8.)
  • Diekmann-Schoemaker, M. & Veer, van der, G. (2003). An extra language in counseling and training, Intervention, 1 (2), 36-39.
  • Diekmann-Schoemaker, M. (2004). Een taal erbij. Vorming, 72-75.
  • Diekmann, M. (2005). Scheiden en verbinden met ‘een taal erbij’, Systeemtherapie, 17, 2, 68-81.
  • Diekmann-Schoemaker, M. (2001). Het leed overzien: Duplopoppetjes als hulpmiddel in traumatherapie.  Phaxx, 9 (4), 5-8.
  • Govaerts, J. M. (2015). Hechtingsproblemen in gezinnen. Integratie van de hechtingstheorie binnen het systeemtherapeutische model. Lannoo Campus.